Ik heb een lage bloeddruk: 10/6
Ik heb een lage bloeddruk: 10/6
Een lage bloeddruk hoeft niet echt verontrustend te zijn. Heel wat jonge vrouwen hebben hier last van, ze hebben een bloeddruk van 10 of 11 voor het bovenste cijfer (systolische druk), soms zelfs nog wat lager. Het nadeel van een “lage bloeddruk” is het risico van duizeligheid, sufheid of flauwte. Maar het is duidelijk dat een raadpleging zich opdringt als deze symptomen vaak voorkomen.
Een lage bloeddruk is niet zo erg
Een lage bloeddruk kan een familietrek zijn, maar het is ook iets wat typisch is voor grote en slanke vrouwen. Het kan bovendien het gevolg zijn van een ziekte of medicamenteuze behandeling. Maar ook vermoeidheid en stress kunnen een invloed hebben op de bloeddruk.
Een lage bloeddruk vormt op zich geen enkel criterium van ernst, op twee voorwaarden:
- dat de bloeddrukcijfers niet overdreven schommelen en afwijken van de gewoonlijke waarden. Het organisme is gesteld op stabiliteit en afwisselend hoge en lage cijfers worden niet goed verdragen;
- dat de bloeddruk niet plots onder het vitale minimum van 5 of 6 daalt. Onder die grens is het hart namelijk niet meer in staat om alle lichaamsdelen correct te bevloeien en in die omstandigheden hebben de hersenen het meest te lijden. Deze uiterst dringende situatie komt bijvoorbeeld voort uit een ernstige bloeding of een allergische shock.
Risico’s van duizeligheid en flauwte in geval van lage bloeddruk
Het ongemak van een lage bloeddruk is het risico van duizeligheid, sufheid of zelfs flauwte zonder aantoonbare reden. Deze problemen komen vooral voor in bijzondere omstandigheden: erg warme ruimtes, lang rechtstaan, stress, vermoeidheid. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een bezoek aan een grootwarenhuis betaald moet worden met een kleine flauwte. Als de bloeddruk al laag is, kan elke bijkomende daling moeiteloos leiden tot dit soort probleempjes.
Als deze flauwtes echter vaak voorkomen, is het beter een arts te raadplegen om na te gaan of er geen ziekte aan de basis zou kunnen liggen.
Opgelet voor een dalende bloeddruk bij het opstaan
Het dalen van de bloeddruk bij het opstaan kan verrassend zijn. In dit geval is het de overgang van de liggende positie naar de rechtstaande positie die de daling van de bloeddruk veroorzaakt, wat meestal gepaard gaat met duizeligheid. Dit fenomeen is te wijten aan een slechte regeling van de bloeddruk in de hersenen: dit is orthostatische hypotensie. Lang neerliggen, lang rechtstaan of het feit dat men aan een slechte terugstroom van de aderen lijdt, wat bijvoorbeeld tot uiting komt door spataders, kan dit fenomeen stimuleren. Maar ook bepaalde geneesmiddelen (antidepressiva, antihypertensiva, geneesmiddelen voor het hart…) en uitzonderlijker een neurologische ziekte kunnen een oorzaak zijn. Het is dus beter er met een arts over te praten.
Enkele tips
- In geval van flauwte: vanaf het eerste gevoel van duizeligheid gedurende een tiental minuten gaan zitten of beter nog gaan liggen met de benen omhoog om het bloed naar de hersenen te sturen.
- In geval van een dalende bloeddruk bij het opstaan: even terug gaan liggen en daarna heel rustig rechtstaan nadat u eerst een tiental seconden bent blijven zitten.
- Om de bloeddruk weer omhoog te halen: veel drinken – vooral natriumrijk mineraalwater, maar zeker geen alcohol – en veel zout eten. Hoewel zout in geval van hypertensie wordt afgeraden, is het dan weer aanbevolen als men een lage bloeddruk heeft omdat het de eigenschap heeft het water in de aderen vast te houden, waardoor de bloeddruk weer stijgt.
Goed om weten
Normale bloeddruk : 12/8
Hypertensie: hoger dan 14/9
Hypotensie: 10/een willekeurig cijfer