Zo word je sterker van wandelen
Maak een wandeling om sterker te worden en verder te komen.
Onderschat nooit de kracht van een stevige wandeling, zelfs niet in de pauze van je intervaltraining. Een wandeling zorgt namelijk voor kleine aanpassingen in je lichaam, waardoor je voeten, knieën en heupen sterker worden.
Zo is wandelen een prettige vorm van crosstrainen en geeft het je gewrichten en hardloopspieren een welverdiende pauze, wat kan helpen bij het verkleinen van de kans op pijntjes en overbelasting door het hardlopen. Daarnaast zijn lange, stevige wandelingen goed voor je uithoudingsvermogen. Hieronder lees je hoe (en wanneer) je wandelingen toevoegt aan je trainingsprogramma om een fittere hardloper te worden.
Heb aandacht voor de houding
De meeste wandelaars vinden een kaarsrechte lichaamshouding het meest natuurlijk en comfortabel. Neem niet te grote passen, want dat kan juist pijn veroorzaken in je benen, voeten en heupen. Houd je voeten laag bij de grond, zonder te slepen, en loop licht.
Wandel op een hardloopdag
Als je de looptraining vervangt door een wandeling, verdubbel dan de tijd dat je zou gaan hardlopen. Zou je bijvoorbeeld een halfuur gaan hardlopen, wandel dan een uur. Je hoeft het niet allemaal in één keer te doen. Je kunt het uur verdelen over bijvoorbeeld een wandeling in de ochtend en een avondwandeling.
Of wandel als crosstraining
Wandelen op de dagen dat je niet hardloopt is een efficiënte manier om vet te verbranden en je bloed sneller te laten stromen, waardoor het herstel wordt bevorderd. Het is ook een geweldige manier om je vaste trainingsroutine te doorbreken, blessurevrij te blijven, en gezellig erop uit te gaan met vrienden of familie die (nog!) niet hardlopen. Wandel op crosstrainingsdagen een halfuur tot een uur aan een stuk of doe in de loop van de dag meerdere stukjes van vijf tot tien minuten. Houd een stevig tempo aan, maar je moet wel makkelijk kunnen praten.
Ga ergens anders heen
Hoe meer gevarieerd je wandelroute is, hoe beter het werkt, net als bij hardlopen. Als de omgeving het toelaat, neem dan een paar heuvels of een viaduct op in je wandeling. Je kunt een paar keer een trap op en neer lopen, bijvoorbeeld in een stadions, een hoog gebouw of in een park. Als het buiten koud is of glibberig, dan zijn trappenhuizen fantastische locaties voor je wandeltraining. Loop de trap een aantal keren op en neer om je beenspieren te versterken.