Ga weg uit die slipstream
Met zijn tweeën sporten in coronatijd kan prima, maar houd dan wel meer afstand van je loopmaatje dan de voorgeschreven 1,5 meter. En loop vooral niet achter elkaar.
Deze aanbeveling komt voort uit onderzoek van de KU Leuven en de Technische Universiteit Eindhoven. Zowel voor wandelaars, lopers als fietsers geldt dat ze beter meer dan anderhalve meter afstand kunnen houden wanneer ze achter elkaar voortbewegen. Hoe zit dat precies?
Houd anderhalve meter afstand
Het is bekend dat je gerust de straat op kan of boodschappen kan doen, zolang je maar anderhalve meter afstand aanhoudt. Dan is de kans dat het coronavirus wordt overgedragen vrijwel nihil. Maar tijdens het sporten is die marge niet voldoende. Als een hardloper niest of hoest, verspreidt hij een wolk van ragfijne druppeltjes. Daarmee kunnen achteropkomende lopers worden besmet, ook als ze zich op anderhalve meter afstand bevinden. ‘In die hoest- of nieswolk terechtkomen kan gevaarlijk zijn’, meldt de Belgische professor Bert Blocken op Twitter. ‘Het is daarom belangrijk om een ruimere marge aan te houden tijdens het sporten.’
Bewaar afstand op je mede-hardlopers
De afstand die je moet bewaren, is afhankelijk van de snelheid. Een wandelaar die achter een andere wandelaar loopt, kan het beste vier tot vijf meter afstand houden, adviseert Blocken. Voor hardlopers geldt een veilige marge van tien meter, en als je achter een fietser rijdt die dertig kilometer per uur aantikt, moet je volgens de wetenschapper al gauw twintig meter afstand bewaren. Blocken adviseert sporters dan ook om voortaan naast elkaar te sporten, natuurlijk met inachtneming van de gebruikelijke anderhalve meter social distance. Een eventuele hoest- of niesbui komt dan achter de wandelaar, loper of fietser terecht. En zo blijven we samen het virus de baas.
